Echtgenoten betekenis

De echtgenoot is iemand waarmee een ander wettelijk is getrouwd. Zij kunnen in gemeenschap van goederen of onder huwelijksvoorwaarden trouwen. De regels voor echtgenoten gelden ook voor een geregistreerd partnerschap. Tussen echtgenoten zijn er verschillende rechten en plichten, zoals getrouwheid en het verlenen van hulp en bijstand. Als een. Echtgenoten De twee partners in een huwelijk. Zij zijn elkaar getrouwheid, hulp en bijstand verschuldigd. Echtgenoten zijn onbekwaam om in elkanders civiele processen als getuigen op te treden. Verjaring loopt niet tussen echtgenoten. Proceskosten worden tussen echtgenoten gecompenseerd. Een arbeidsovereenkomst tussen echtgenoten is niet geldig.
    Echtgenoten betekenis echtgenoot m (plural echtgenoten, diminutive echtgenootje n, feminine echtgenote) husband (male partner in a marriage) Mijn echtgenoot en ik vieren binnenkort ons jarig huwelijksjubileum.
echtgenoten betekenis

Echtgenoot definitie

ECHTGENOOT - English translation of ECHTGENOOT from Dutch from the Dutch-English Dictionary - Cambridge Dictionary. echtgenoot m (plural echtgenoten, diminutive echtgenootje n, feminine echtgenote) husband (male partner in a marriage) Mijn echtgenoot en ik vieren binnenkort ons jarig huwelijksjubileum.
    Echtgenoot definitie Echtgenoot De echtgenoot is iemand waarmee een ander wettelijk is getrouwd. Zij kunnen in gemeenschap van goederen of onder huwelijksvoorwaarden trouwen. De regels voor echtgenoten gelden ook voor een geregistreerd partnerschap. Tussen echtgenoten zijn er verschillende rechten en plichten, zoals getrouwheid en het verlenen van hulp en bijstand.
echtgenoot definitie

Betekenis huwelijk

Een huwelijksceremonie in Duitsland, Het huwelijk of matrimonium is een samenlevingsvorm die wereldwijd sinds duizenden jaren van belang is als economische, juridische, religieuze en/of sociale vorm van het onderhouden en structureren van duurzame vriendschappelijke en seksuele relaties, familieverbanden, arbeidskracht en bezit, geregeld door burgerlijk recht, religieus recht en/of. huwelijk het huwelijk Uitspraak: [ ˈhywələk ] Verbuigingen: huwelijken (meerv.) 1) keer dat je trouwt Voorbeeld: 'aan familie en vrienden je huwelijk aankondigen met een trouwkaart' Synoniemen:: huwelijksdag, trouwerij burgerlijk huwelijk (huwelijk voor de ambtenaar van de gemeente) kerkelijk huwelijk (huwelijk voor de past.
  • Betekenis huwelijk Huwelijk of geregistreerd partnerschap: Hier geldt automatisch de wettelijke gemeenschap van goederen. Dit betekent dat u met elkaar deelt: alles wat u heeft tijdens het huwelijk of het partnerschap. Ook schulden als u die heeft; alles wat vóór het huwelijk of het partnerschap van u samen was.
  • betekenis huwelijk

    Synoniem echtgenoot

    Woorden die (ongeveer) hetzelfde betekenen als ‘echtgenoot’, met toelichting en mogelijkheden om verder te zoeken. Woorden die ongeveer hetzelfde betekenen als ECHTGENOOT, tegenovergestelde van ECHTGENOOT, algemenere en specifiekere woorden voor ECHTGENOOT en woorden die lijken op ECHTGENOOT. Synoniem echtgenoot De echtgenoot is iemand waarmee een ander wettelijk is getrouwd. Zij kunnen in gemeenschap van goederen of onder huwelijksvoorwaarden trouwen. De regels voor echtgenoten gelden ook voor een geregistreerd partnerschap.
    synoniem echtgenoot

    Relatie betekenis

    la·tie Verbuigingen: relaties (meerv.) 1) verhouding tussen mensen, dingen en begrippen Voorbeelden: 'een goede onderlinge relatie onderhouden', 'Het begrip ROS (return on sales) geeft de relatie weer tussen de winst en de verkopen.'. Een relatie is een verhouding of betrekking tussen meestal twee of meerdere zaken. Relaties kunnen persoonlijk, zakelijk, godsdienstig of wetenschappelijk zijn. Lees meer over de verschillende vormen en voorbeelden van relaties op Wikipedia.
  • Relatie betekenis l a ·tie (meervoud: relaties) 1 (v) betrekking waarin zaken of personen tot elkaar staan 2 (v) verhouding tussen mensen ; (in het bijzonder) liefdesverhouding ; een open relatie waarin partners elkaar seksueel vrijlaten 3 (m/v/x) persoon tot wie iem. in betrekking staat.
  • relatie betekenis